Nieuwe cijfers van het CBS laten zien dat het belang van de dienstensector sinds 1950 sterk is toegenomen. In 2023 droeg deze sector 77% bij aan de totale toegevoegde waarde in Nederland, tegenover 49% in 1950.
Wat is toegevoegde waarde?
Toegevoegde waarde is het verschil tussen de waarde van de productie en de kosten van ingekochte goederen en diensten. Het geeft de economische bijdrage van een sector weer.
Ook op de arbeidsmarkt is de groei van de dienstensector zichtbaar. In 2023 werd 80% van de gewerkte uren besteed aan dienstverlening.
Commerciële en niet-commerciële dienstverlening
De dienstensector bestaat uit commerciële en niet-commerciële dienstverlening:
- Commerciële dienstverlening: Bedrijven met een winstoogmerk, zoals in handel, transport, horeca, communicatie, financiën, vastgoed en zakelijke diensten. Deze waren in 2023 goed voor 54% van de totale toegevoegde waarde.
- Niet-commerciële dienstverlening: Sectoren zoals overheid, onderwijs, zorg, cultuur, recreatie en overige diensten. Deze droegen 23% bij aan de totale toegevoegde waarde.
Bron: CBS
Aandeel van zakelijke diensten ziet een verdubbeling
De structuur van de Nederlandse economie is sterk veranderd tussen 1969 en 2023. In deze periode daalde het aandeel van de totale toegevoegde waarde in de industrie met 12,6 procentpunt, in de landbouw en visserij met 4,3 procentpunt, en in de bouw met 3,7 procentpunt.
Tegelijkertijd nam het aandeel van de dienstverlening fors toe. Specialistische zakelijke diensten stegen met 5,6 procentpunt, verhuur en overige zakelijke diensten met 5,1 procentpunt, onroerend goed met 4,0 procentpunt, en de gezondheidszorg met 3,7 procentpunt.
Bron: CBS
80% van de gewerkte uren zijn in de dienstverlening
De groei van dienstverlenende producenten is duidelijk zichtbaar op de arbeidsmarkt. In 2023 kwam 81 procent van alle gewerkte uren uit de dienstensector, vergeleken met 58 procent in 1969. Sinds 2013 is dit aandeel echter stabiel gebleven.
De stijging van de dienstensector ging samen met een toename van vrouwen op de arbeidsmarkt. In 1969 leverden vrouwen 23 procent van de gewerkte uren, terwijl dit in 2023 bijna 41 procent was. Tegelijkertijd daalde het aandeel door vrouwen gewerkte uren in de goederensector.
Bron: CBS
0 reacties