De EU-naties zijn overeengekomen om plannen te formuleren om toekomstige prijspieken in elektriciteit te vermijden. Er was een langdurig geschil tussen Duitsland en Frankrijk over de kwestie of Frankrijk zijn verouderde kerncentrales mag financieren, maar er is nu een compromis bereikt.
Sinds Europa twee jaar geleden in een energiecrisis terechtkwam, is er een brede consensus dat de Europese elektriciteitsmarkt moet worden aangepast. Rusland manipuleerde de gastoevoer om de prijzen te verhogen, wat leidde tot aanzienlijke stijgingen in gas- en elektriciteitstarieven. Nieuwe marktreguleringen moeten er onder andere voor zorgen dat de gasprijs minder invloed heeft en dat investeren in hernieuwbare energie aantrekkelijker wordt.
Tijdens een bijeenkomst in Luxemburg hebben de energieministers van de EU-landen afgesproken dat overheden overeenkomsten kunnen sluiten met energiebedrijven om winsten af te romen in tijden van hoge prijzen. De opbrengsten kunnen dan bijvoorbeeld terug worden gegeven aan burgers en bedrijven. Daarnaast mogen overheden investeren in hun energiesector om deze te vergroenen en te ondersteunen tijdens moeilijke periodes.
Duitsland was echter lange tijd niet ontvankelijk voor de wens van Frankrijk om zijn vele verouderde kerncentrales te behouden met gesubsidieerde renovaties. Er was bezorgdheid dat de goedkope Franse kernenergie oneerlijk zou concurreren met duurdere energie uit hernieuwbare bronnen. Uiteindelijk hebben de twee landen een aantal voorwaarden aanvaard waaraan de Franse subsidies moeten voldoen.
Er moet nog onderhandeld worden over de principe-overeenkomst met het Europees Parlement. Spanje, als voorzitter, hoopt dit jaar tot een overeenkomst te komen.