Vanaf 1 januari 2025 verandert de aanpak van de Belastingdienst voor de ruim 1,2 miljoen zelfstandigen in Nederland. Met de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie) wordt strenger opgetreden tegen schijnzelfstandigheid. Deze wet bestaat sinds 2016, maar de handhaving wordt nu verscherpt. Hieronder leggen we de veranderingen en hun impact duidelijk uit.
Wat is schijnzelfstandigheid?
Schijnzelfstandigheid betekent dat iemand als zelfstandige werkt, terwijl de werkrelatie eigenlijk lijkt op een dienstverband. Een voorbeeld is een zelfstandige die geen zeggenschap heeft over werktijden en werkwijze, wat wijst op verkapte loondienst. In dat geval fungeert de opdrachtgever als werkgever zonder loonheffingen af te dragen. De Wet DBA stelt dat zowel opdrachtgever als opdrachtnemer schijnzelfstandigheid moeten voorkomen.
Wanneer is er sprake van loondienst?
Volgens de Belastingdienst is er een dienstverband als aan drie voorwaarden wordt voldaan:
- Loonbetaling: De zelfstandige ontvangt een vast loon, en de opdrachtgever is verantwoordelijk voor loonheffing en sociale premies.
- Gezagsverhouding: De opdrachtgever kan dwingende instructies geven.
- Arbeidsplicht: De zelfstandige moet persoonlijk werk leveren.
Daarnaast spelen andere factoren een rol, zoals het soort werk, de mate van betrokkenheid bij het bedrijf, en financiële risico’s.
Hoe gaat de Belastingdienst controleren?
Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst deze regels handhaven, zonder terugwerkende kracht. Door beperkte capaciteit zal vooral gecontroleerd worden bij grotere bedrijven die veel zzp’ers inzetten, met een focus op gezagsverhoudingen.
Zelfstandigen die eigen werktijden bepalen en controle over hun opdrachten hebben, worden als ondernemer beschouwd. Voor meer informatie publiceert de Belastingdienst een Handhavingsplan en een Perspectiefnota Arbeidsrelaties.
Financiële gevolgen bij schijnzelfstandigheid
Als de Belastingdienst schijnzelfstandigheid vaststelt, volgen financiële gevolgen voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer.
Voor opdrachtgevers:
- Loonheffingen: Als werkgever moet de opdrachtgever alsnog loonheffingen, premies en de zorgbijdrage afdragen.
- Boetes: Er kunnen boetes en naheffingen volgen voor het niet juist afdragen van heffingen.
Voor opdrachtnemers:
- Terugbetalen van fiscale voordelen: Zzp’ers kunnen verplicht worden zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling terug te betalen.
- Loonbelasting: Afhankelijk van afspraken kan de opdrachtgever niet-betaalde loonheffingen op de zzp’er verhalen.
Wat zijn de gevolgen voor zzp’ers?
- Strengere controle op arbeidsrelaties: De Belastingdienst controleert strenger op de verhouding tussen zzp’er en opdrachtgever.
- Risico op minder opdrachten: Door de regels kunnen opdrachtgevers minder zzp’ers inhuren.
- Controleer je contracten: Zzp’ers moeten hun contracten toetsen op de nieuwe criteria voor schijnzelfstandigheid.
Wat zijn de gevolgen voor opdrachtgevers?
- Strengere controle en handhaving: De Belastingdienst controleert intensiever of zzp’ers eigenlijk werknemers zijn, met risico op naheffingen.
- Financiële risico’s: Als een zzp’er als werknemer wordt beschouwd, kan de opdrachtgever loonheffingen en premies tot vijf jaar terug moeten betalen.
- Controle van contracten: Opdrachtgevers moeten hun zzp-contracten zorgvuldig checken op de nieuwe criteria.
- Hogere administratiekosten: Meer controle en registratieverplichtingen kunnen de administratieve lasten verhogen.
Hoe bereid je je voor op de nieuwe Wet DBA?
Het is essentieel dat zzp’ers en opdrachtgevers voldoen aan de criteria voor zelfstandigheid. Voor advies kunnen ze terecht bij instanties als de Belastingdienst en de Rijksoverheid.
0 reacties