Het lijkt allemaal redelijk rechttoe rechtaan. Je zou toch denken dat de vakantiedagen die je laat uitbetalen gewoon bij je inkomen worden opgeteld en vervolgens belast naar de schaal waarin dat deel van het inkomen valt. Was het maar zo mooi!
Voor vakantiedagen geldt namelijk een bijzonder tarief, het tarief dat ook geldt voor bonussen, je vakantiegeld en je 13e maand. Dat bijzondere tarief is opgebouwd uit twee schijven. Voor mensen met een inkomen tot EUR 73.031 is het percentage 36,39%. Is je inkomen meer dan dat bedrag, dan geldt het bijzondere tarief van 49,5%.
Ook als je over werkt dan is op de uitbetaling van die uren het bijzondere tarief van toepassing.
Waarom betaal je meer belasting dan over je gewone salaris?
De redenering achter het bijzondere tarief is als volgt: je betaalt meer omdat je de loonheffingskorting als het ware al hebt verbruikt. Dat betekent dus dat alle bijzondere beloningen relatief zwaarder belast worden. Van je vakantiegeld, je bonus, je 13e maand en je overwerk hou je dus een stukje minder over. Dat geldt dus ook voor de uitbetaling van niet opgenomen vakantiedagen.
Welke vakantiedagen kun je laten uitbetalen?
Je zult denken dat dit misschien een vreemde vraag is, maar: je kunt niet zomaar alle vakantiedagen laten uitbetalen. Er zijn 2 soorten vakantiedagen, de wettelijke en de bovenwettelijke vakantiedagen. Natuurlijk krijg je vakantiedagen niet voor niks. Het houden van vakantie zorgt ervoor dat je in conditie blijft en je even kunt ontspannen, om daarna weer met frisse energie aan de slag te gaan.
Dus: het wettelijk verplichte aantal vakantiedagen kun je niet laten uitbetalen. Voor alle dagen boven twintig (de bovenwettelijke dus) kan dat wel.
Het wettelijk aantal vakantiedagen is volgens EU (en dus ook Nederlandse wetgeving) 4 volle werkweken per jaar, met andere woorden bij een full-time dienstverband is dat twintig dagen. Alles daarboven kun je laten uitbetalen. Dat heeft dan wel een fiscale consequentie, zoals we al zagen.
Bovenwettelijke vakantiedagen
Als je dus alleen de wettelijke twintig vakantiedagen krijgt van je werkgever, dan houdt het daar ook op. Je zult ze moeten opnemen om er plezier van te hebben. Maar: in heel veel arbeidsovereenkomsten en natuurlijk in CAO’s, staan andere afspraken. Uit statistieken blijkt dat de werkende inwoner van Nederland gemiddeld 25,6 vrij dagen per kalenderjaar heeft.
Moet de werkgever de bovenwettelijke vakantiedagen verplicht aan je uitbetalen?
In de wet is nergens een verplichting opgenomen voor de werkgever om de bovenwettelijke vakantiedagen uit te betalen. Het is een gunst, geen plicht. Er is dan ook geen mogelijkheid om de werkgever tot uitbetaling te dwingen. Het gevolg kan wel zijn dat je na een aantal jaren, waarin je de verplichte twintig dagen opnam, (en niet meer) een voorraad vakantiedagen hebt. In zo’n geval is het beter te overleggen met de werkgever om, in overleg, te komen tot een oplossing.
Bedenk je ook dat de wettelijke vakantiedagen, maar heel beperkt houdbaar zijn: tot zes maanden na het jaar waarin je ze kreeg, kun je ze opnemen. Daarna is het jammer dan: de dagen vervallen en uitbetalen kan ook niet. Dan kun je ze dus maar beter opnemen.
Wat zijn bovenwettelijke vakantiedagen en wat zijn de spelregels?
De bovenwettelijke dagen zijn alle dagen boven de twintig die wettelijk verplicht zijn. Die dagen zijn een stuk beter houdbaar, ze blijven namelijk vijf jaar geldig. De afspraken voor deze bovenwettelijke vakantiedagen vind je terug in de arbeidsovereenkomst of in de CAO.
De werknemer kan trouwens niet worden verplicht om deze dagen op specifieke datums op te nemen, tenzij daar afspraken over gemaakt zijn in de CAO of het individuele arbeidscontract.
Overigens kunnen ziektedagen soms worden aangemerkt als bovenwettelijke vakantiedagen. Dat moet dan wel weer expliciet zijn vastgelegd in de arbeidsovereenkomst en/of in de CAO. Voor de werkgever kan dit een manier zijn om de uitgaven voor zieke werknemers te beperken en de werknemer er, bij een ziekmelding, over te laten nadenken wat de consequentie is.
Vroeger kende de Ziektewet de zogenaamde wachtdagen. Een ziekmelding voor een dag of twee was dan voor rekening van de werknemer. Het voorkomt ziekmelding, als de werknemer twijfelt om bij lichte ziekteverschijnselen al dan niet aan de slag te gaan.
Zijn er nog manieren om de belastingdruk op vakantiedagen te verminderen?
Het antwoord is simpel: nee. Er zitten geen variabelen in de methode van berekenen. Het belastingtarief is wettelijk vastgelegd en het aantal af te rekenen vakantiedagen is naar keuze van de werknemer. Ook doorschuiven naar volgende jaren zou alleen maar kunnen lonen als de tarieven lager worden, maar daar ziet het voorlopig niet naar uit.
Daarom is het zinvol om goed na te denken voordat je vakantiedagen laat uitbetalen. De conclusie kan zijn dat je de dagen, maar beter kunt gebruiken en kunt genieten van de vrije tijd.
Einde dienstverband, wat nu?
Als het dienstverband beëindigd wordt en er bestaat nog recht op vakantiedagen, dan is de werkgever wettelijk verplicht deze uit te betalen. De consequentie is automatisch dat het bijzondere (hogere) tarief in rekening gebracht wordt.
Ook moet de werkgever aan de vertrekkende werknemer een verklaring meegeven, waaruit blijkt hoeveel vakantiedagen uitbetaald zijn. De werknemer kan namelijk van de nieuwe werkgever eisen om die dagen later (in zijn nieuwe dienstbetrekking dus) als onbetaald verlof op te nemen.
0 reacties