Bij vakbond FNV heerst voornamelijk onzekerheid na nieuwsberichten over een potentiële verkoop van transportonderneming Arriva aan een Amerikaanse investeringsfirma. Moederconcern Deutsche Bahn (DB) is, volgens de zakelijke krant Financial Times, nabij een overeenkomst met investeerder I Squared Capital voor de verkoop van Arriva.
Vakbondsleider Edwin Kuiper acht het te prematuur om een inschatting te maken of zo’n acquisitie positief of negatief zal zijn voor de circa 5500 werknemers van Arriva in Nederland.
“Dit is allemaal recente informatie. De initiële reflex is dat, gezien het een Amerikaanse investeringsfirma betreft, het idee ontstaat dat hun primaire focus op winst ligt. Men kan zich afvragen of dit strookt met het belang van de reizigers,”
vermeldt hij. Maar als I Squared zou inzetten op het verbeteren van een efficiënt openbaar vervoernetwerk, “zou dat geweldig zijn”, zegt Kuiper. De huidige stand van zaken in het openbaar vervoer in Nederland is volgens hem ondermaats. Het verdwijnen van steeds meer bushaltes op het platteland, vooral in Groningen en Drenthe, is al een tijdje een probleem.
Arriva is in Nederland met name actief in het noordelijke deel met regionale bus- en treindiensten. Ook in het Verenigd Koninkrijk is Arriva een belangrijke speler op het gebied van openbaar vervoer.
Waarde
De Financial Times rapporteert dat Arriva bij verkoop 1,6 miljard euro waard zou zijn. DB, een Duits staatsbedrijf, zou de verkoopopbrengsten willen aanwenden om de schuld te verminderen en te investeren in de activiteiten in hun thuismarkt.
DB bevestigt de intentie om Arriva te verkopen, maar geeft geen details over een mogelijke koper en de impact op de Nederlandse operaties. “We hebben de ambitie om DB Arriva voor het einde van 2024 van de hand te doen. Dit proces is gaande en we hebben de afgelopen twee jaar aanzienlijke vooruitgang geboekt. We hebben al diverse nationale ondernemingen verkocht”, zo licht een woordvoerder toe.
