Belastingschijven 2025

Het is een feit waar we niet omheen kunnen, iedereen in Nederland moet belasting betalen over het inkomen dat ze verdienen. Hoeveel iemand moet betalen wordt bepaald aan de hand van belastingschijven en tarieven. Deze worden elk jaar bepaald door de overheid. Zo ook dit jaar weer voor 2025. Er zijn een aantal interessante wijzigingen geweest die impact hebben op hoeveel belasting jij gaat betalen als ondernemer. Wij nemen je stap voor stap door de belastingschijven en veranderingen mee.

Belangrijkste wijzigingen in 2025 ten opzichte van 2024

• Box 1 krijgt in 2025 drie schalen. Het belastingtarief van de eerste schijf wordt verlaagd naar 35,82%
• Box 2 ziet een verlaging in het belastingtarief voor schijf 2 van 33% naar 31%
• Heffingsvrij vermogen gaat omhoog van € 57.000 naar € 57.684
• Zelfstandigenaftrek gaat omlaag naar €2.470
• mkb-winstvrijstelling daalt naar 12,70%
• Algemene heffingskorting daalt met €355 naar € 3.027

Hoe werken de belastingschijven?

Ieder jaar wordt er door de overheid bepaalt hoe de belasting voor het komende jaar geregeld gaat worden. Hoeveel belasting de verschillende inkomensgroepen moeten betalen, wordt bepaald aan de hand van belastingschijven en tarieven. Voor mensen in loondienst wordt de belasting automatisch op de loonstrook ingehouden. Ondernemers moeten dit regelen via de jaarlijkse belastingaangifte.

Hoeveel belasting je betaalt, hangt natuurlijk af van de hoogte van je belastbare inkomen. In voorgaande jaren werd dit berekend middels twee belastingschrijven. In 2025 gaat dit net wat anders en wordt dit berekend aan de hand van drie belastingschijven in box 1. Deze box gaat over het belastbare inkomen uit werk en wonen. Iedere schijf kent weer een hoger tarief dan de vorige. Zo worden de verschillende inkomensgroepen gemakkelijk verdeeld.

Als voorbeeld: Stel je belastbare inkomen is € 50.000. De eerste belastingschijf loopt in 2025 tot € 38.441. Dit houdt in dat het eerste deel van je inkomen, tot € 38.441, in die schijf valt en dus ook wordt belast. De resterende € 17.559 wordt in schijf twee belast, welke tot maximaal € 76.817 loopt. Hoe hoger je in de schijven komt, hoe hoger de belasting op je inkomen zal zijn (scroll naar beneden voor belastingpercentages).

Het gehele belastingstelsel voor de inkomstenbelasting bestaat uit drie boxen. Naast box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning, is er nog box 2 voor het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang en ook nog box 3 voor belastbare inkomen uit sparen en beleggen. Hieronder een uitleg per box en de bijbehorende belastingschijven voor 2025.

Belastingschijven box 1: inkomen uit werk en woning

Er zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd in de loonbelasting schalen voor de inkomstenbelasting die wordt belast in box 1. De grootste verandering is de derde schijf die sinds dit jaar weer toegevoegd wordt. Sinds 2020 bestond box 1 uit twee belastingschijven, waarbij je tot een inkomen van € 75.518 een belastingtarief van 36,97% betaalde en 49,50% belasting over een komen hoger dan dat.

In 2025 gelden er dus drie belastingschijven. De eerste schijf loopt tot een belastbaar inkomen van € 38.441 waarbij een belastingtarief van 35,82% wordt gehanteerd. De tweede schijf is voor inkomens tussen de € 38.441 en de € 76.817, met een belastingpercentage van 37,48%. De derde schijf is voor inkomens hoger dan € 76.817 en hiervoor geldt een belastingpercentage van 49,50%.

De inkomstenbelasting schijven voor box 1 voor 2025 zijn vastgesteld, zoals te zien in de onderstaande drie schijven met bijbehorende belastingpercentages. Let op: voor mensen die de AOW-leeftijd halen gelden andere percentages, hierover zometeen meer.

Voorbeelden van inkomen uit werk zijn:

• Loon
• Fooi
• Winst
• Pensioen
• Lijfrente

Zoals je al hebt kunnen lezen bestaat box 1 uit inkomen uit werk en woning. Als je een eigen woning hebt dan vallen de inkomsten en betaalde hypotheekrentes onder ‘inkomen uit woning’.

Inkomensafhankelijke bijdrage (IAB)

In Nederland betaalt iedereen de inkomensafhankelijke bijdrage, ookwel IAB. Dit bestaat uit een bijdrage voor de zorgverzekeringswet (Zvw) en Wet langdurige zog (Wlz). Als ondernemer moet je de verplichte premie voor de IAB zelf afdragen. Voor mensen in loondienst geldt dat dit automatisch wordt ingehouden.

De IAB wordt berekend op basis van het inkomen dat iemand heeft. Hoeveel iemand moet betalen hangt af van drie dingen:

• De aard van het inkomen (salaris, pensioen, uitkering, etc.)
• De hoogte van het inkomen
• Het grensinkomen, ook wel maximumbijdrage-inkomen

In 2025 bedraagt het maximum bijdrage-inkomen voor de Zwv € 75.860. De premie hiervoor is afhankelijk van de persoonlijke situatie en het type inkomen. Voor de Wlz-bijdrage geldt in 2025 een vaste premie van 9,65%, die wordt geheven tot een inkomen van € 38.441. Dit bedrag komt overeen met de grens van schijf 1 in box 1.

Belastingschijven in 2025 voor personen ouder dan de AOW-leeftijd

In 2025 betalen personen die de AOW-leeftijd hebben bereikt minder belasting in box 1 over de eerste schijf van hun inkomen. Deze groep hoeft namelijk geen AOW-premies meer te betalen, waardoor er een lagere premie voor de volksverzekeringen en een vermindering van de inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) ontstaat. Hieronder zie je het aangepaste percentage in schijf 1.

Let op: Voor personen geboren vóór 1946 geldt een grens van € 40.502 voor de eerste schijf.

Belastingschijven box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang

Heb je inkomen uit aanmerkelijk belang? Dan betaal je daarover belasting in box 2. Er wordt gesproken van aanmerkelijk belang als je direct of indirect minstens 5% van de aandelen, opties of winstbewijzen van een onderneming bezit. In box 2 gaat dus om de inkomsten die verkregen worden in de vorm van dividend.

Voor 2025 vindt er een wijziging plaats met betrekking tot de inkomensgrens. Zoals hieronder in de tabel te zien is, geldt in 2025 dat schijf 1 is voor een inkomen tot € 67.804 en de tweede schijf voor een inkomen hoger dan dat. Daarnaast is er een wijziging geweest in het belastingtarief. In 2024 lag dit nog een stukje hoger, namelijk 33% over inkomens hoger dan € 76.804.

Belastingschijven box 3: inkomen uit sparen en beleggen

In box 3 vallen de inkomsten die voortkomen uit sparen en beleggen. Dit werd voorheen ook wel de “pretbox” genoemd, omdat er hele lage belastingen en rentes golden. Dit is helaas niet meer zo. Voor de mensen die zich bezig houden met sparen en beleggen geldt dat zij hier over het algemeen inkomsten door ontvangen. Denk aan rente van spaargeld of rendement op beleggingen. Uiteraard moet hier ook gewoon belasting over betaald worden

Onder het inkomen uit sparen en beleggen vallen onder andere de volgende bezittingen:

• Het geld op je betaal- en spaarrekening. (Alleen privé, zakelijk telt niet mee)
• Beleggingen, obligaties, opties, dividenden
• Een tweede woning

In box 3 mogen bepaalde schulden worden afgetrokken van het belastbare vermogen, mits ze boven een bepaalde drempel uitkomen. D drempel voor aftrekbare schulden in 2025 is € 3.800 per persoon (of € 7.600 voor fiscale partners).

Fictief versus werkelijk rendement

Om te berekenen hoeveel belasting je betaalt over het inkomen dat je behaald uit sparen en beleggen, wordt er in 2024 gebruik gemaakt van fictief rendement. Dit is een schatting van hoeveel rendement (winst) je behaald op je vermogen, ongeacht of je dat rendement daadwerkelijk behaalt. Dit wordt door de Belastingdienst gebruikt om te bepalen hoeveel belasting je moet betalen over je spaargeld, beleggingen en andere vormen van vermogen.

Dit systeem maakt het voor de Belastingdienst veel makkelijker dan het daadwerkelijk berekenen van ieders individuele rendement. Hier is de laatste jaren echt wat onenigheid over ontstaan, met een rechtszaak als gevolg. Veel mensen vinden dit systeem oneerlijk, aangezien er in sommige gevallen een hoger rendment wordt geschat dan dat er daadwerkelijk wordt behaald. Je betaalt dan dus meer belasting dan nodig.

Hiervoor geldt dat het per soort vermogen verschilt hoe oneerlijk deze berekening is. Voor beleggers is het fictieve rendement vaak gunstig, omdat deze lager wordt geschat dan het werkelijke rendement. Hier zijn echter nuances in aan te brengen als de markt slecht presteert. De fictieve rendementen pakken het minst goed uit voor spaarders, aangezien de rendementen zijn gebaseerd op histrosiche gemiddelden, terwijl de spaarrentes de afgelopen jaar erg laag zijn geweest.

Hier is een rechtszaak over geweest en de uitspraak hiervan is dat de berekening van het rendement in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Belastingdienst moet enkel het werkelijk behaalde rendement belasten. Wanneer dit precies gaat gebeuren is nog onduidelijk, want de systemen van de Belastingdienst zijn er nu nog niet klaar voor. De verwachting is dat dit in de zomer van 2025 ingevoerd gaat worden. Lees hier meer over de verandering van fictief naar werkelijk rendement.

Let op: deze veranderingen zijn alleen op toepassing van belastingplichtigen met een belastbaar vermogen in box 3. Als je onder de grens van het heffingsvrije vermogen valt, zijn de wijzigingen niet voor jou van toepassing. Hierover zometeen meer.

Hoeveel belasting betaal je in box 3?

Voor spaarders het fictieve rendement worden jaarlijks door de overheid vastgesteld, voor 2025 gelden de volgende percentages:

• Banktegoeden (geld dat je nog kunt besteden): 1,44%
• Beleggingen en andere bezittingen: 5,88%
• Schulden: 2,62%

Let op: de werkelijke rendementen kunnen hier dus van verschillen. Hier is echter nog geen concrete informatie over.

In 2025 betaal je net als in 2024 36% belasting over het deel van je vermogen dat boven de vermogensgrens ligt. Deze grens is verhoogd van € 57.000 in 2024, naar € 57.684 in 2025. Het heffingsvrije vermogen is het bedrag dat je mag hebben zonder dat je er belasting over hoeft te betalen. In 2025 is dat dus € 57.684. Als je vermogen daarboven komt, betaal je belasting over het overige deel.

Belastingvoordeel door gebruik van aftrekposten

Om je belastbare winst te drukken kan je gebruik maken van aftrekposten bij de aangifte van de inkomstenbelasting voor 2024. Door deze aftrekposten hoef je minder belasting te betalen en kan je ervoor zorgen dat je in een lagere belastingschijf terechtkomt. Wel zo fijn.

Er zijn veel verschillende aftrekposten en het verschilt per ondernemer of je er recht op hebt of niet. Hieronder staan de belangrijkste op een rijtje.

• Zelfstandigenaftrek

• Meewerkaftrek

• Investeringsaftrek, denk aan de KIA, MIA/Vamil of EIA

• Stakingsaftrek

• Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk

Bekijk goed voor welke aftrekposten jij in aanmerking komt en of je kan besparen op je belasting.

Heffingskortingen 2025

Korting, wie is er niet gek op? In Nederland zijn er bepaalde personen met bepaalde inkomens die in aanmerking komen voor heffingskortingen. Deze kortingen worden gegeven op de inkomstenbelasting en de premie van de volksverzekering, met als resultaat dat je minder belasting en premies betaalt. Hieronder bespreken we de drie kortingen en wie hier voor in aanmerking komt.

Let op: Momenteel zijn de tarieven voor de heffingskortingen in 2025 nog niet exact bekend. Zodra we hier meer over weten vullen we dit aan.

Algemene heffingskorting (AHK)

Voor ondernemers geldt de algemene heffingskorting net als voor iedereen die belasting betaalt in Nederland. Het is een standaardkorting die ervoor zorgt dat je minder inkomstenbelasting hoeft te betalen. Als ondernemer wordt deze korting verwerkt in je jaarlijkse belastingaangifte.

Let op: de hoogte van de algemene heffingskorting wordt afgebouwd naarmate je inkomen stijgt. Dit betekent dat als je als ondernemer een hoog inkomen hebt, je minder of geen algemene heffingskorting ontvangt. Dit kan van invloed zijn op de hoogte van je netto inkomen.

Informatie over de hoogte van de arbeidskorting moet nog bekend gemaakt worden.

Arbeidskorting

De arbeiskorting is een een heffingskorting waar iedereen die werkt recht op heeft. De hoogte van deze korting hangt af van je inkomen en leeftijd. Deze korting wordt afgetrokken van het bedrag dat je betaalt aan inkomstenbelasting en Zvw-premie. Bij het doen van de inkomstenbelasting wordt deze korting automatisch verrekend.

Informatie over de hoogte van de arbeidskorting moet nog bekend gemaakt worden.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)

De inkomensafhankelijke combinatiekorting is een belastingkorting voor werkende ouders met jonge kinderen. Je kunt deze korting krijgen als je inkomen boven een bepaalde grens ligt en je kinderen jonger dan 12 jaar zijn. De voorwaarden voor deze korting zijn:

• Je kind is op 1 januari jonger dan 12 jaar.
• Je kind staat minimaal 6 maanden in het kalenderjaar ingeschreven op jouw woonadres volgens de gemeentelijke basisadministratie.
• Je hebt geen fiscaal partner, of je hebt minder dan 6 maanden een fiscaal partner. Heb je langer dan 6 maanden een fiscaal partner, dan moet jouw arbeidsinkomen lager zijn dan dat van je partner.
• Je inkomen uit arbeid bedraagt in 2025 € moet nog bekend gemaakt worden.

Ouderenkorting en alleenstaandenkorting

Als je de AOW-leeftijd bereikt kan je onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor de ouderenkorting. Je inkomen moet daarvoor wel onder een bepaalde grens liggen. In 2024 was dat € 44.770, voor 2025 moet dit nog bekend gemaakt worden.

Ook als alleenstaande kan je (ook) recht hebben op de alleenstaandekorting. Voor actuale informatie over deze kortingen verwijzen we je graag naar deze pagina van de belastingdienst.

Bereken zelf je inkomstenbelasting als ondernemer

Wil je direct zelf berekenen hoeveel inkomstenbelasting jij moet gaan betalen over 2024? Gebruik dan onze handige rekentool en krijg hier direct inzicht in!

Inkomstenbelasting berekenen tool