Volgens een inschatting van ING zullen de prijzen van koopwoningen eind 2024 gemiddeld 4 procent hoger liggen dan het huidige niveau. Dit zou betekenen dat de huizenprijzen terugkeren naar de piekniveaus die medio 2022 werden waargenomen.
Deze verwachte prijsstijging is deels het gevolg van recente trends waarbij de huizenprijzen al een opwaartse beweging hebben laten zien. ING wijst naar factoren zoals gestegen lonen en de voortdurende krapte op de huizenmarkt als drijfveren achter deze ontwikkeling. Verbeterde betaalbaarheid van woningen door hogere inkomens maakt kopers bereid om meer te betalen. Daarnaast zorgen hogere brutolonen voor de mogelijkheid van hogere hypotheken.
Een belangrijk aspect van deze prijsstijging is het relatief beperkte woningaanbod in combinatie met een hoge vraag. Er worden minder woningen te koop aangeboden en het aantal nieuw gebouwde woningen daalt, wat de krapte op de markt verder versterkt.
ING verwacht dat deze factoren bijdragen aan een verdere stijging van de huizenprijzen. De bank voorziet een aanhoudende en mogelijk zelfs toenemende krapte, samen met een verdere stijging van de lonen.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ondersteunt deze trend met recente gegevens, waaruit blijkt dat koopwoningen in oktober duurder zijn geworden in vergelijking met september, met een gemiddelde stijging van 0,7 procent. Dit ondanks een jaar-op-jaar daling van 2,3 procent vergeleken met oktober 2022.